Alle info over suiker voor bakken. Welke soorten zijn er, welke moet je voor welk baksel gebruiken en handige tips.
Welke suiker voor bakken?
Wanneer je gaat bakken, is de kans groot dat je ook suiker moet toevoegen. Meestal gaat het om kristalsuiker, fijn of grof, maar je hebt ook allemaal andere soorten suiker voor bakken.
Deze suikers kun je gebruiken:
Kristalsuiker
Basterdsuiker
Poedersuiker
Vanillesuiker en kaneelsuiker
Rietsuiker
Geleisuiker
Kristalsuiker
De meest bekende soort suiker voor bakken is kristalsuiker.
Ik gebruik altijd fijne kristalsuiker wanneer ik ga bakken. Fijne kristalsuiker wordt namelijk beter opgenomen in je baksel, dan de normale grove suiker.
Basterdsuiker
Basterdsuiker is ook een vorm van fijne kristalsuiker, maar met wat toevoegingen. Aan basterdsuiker is nog suikerstroop en/of karamel toegevoegd. Dit maakt de suiker wat zachter dan normale suiker en je baksel wordt daarom wat smeuïger.
Je hebt drie soorten basterdsuiker:
Witte basterdsuiker: fijne kristalsuiker met lichte suikerstroop.
Lichtbruine basterdsuiker: fijne kristalsuiker met lichtbruine suikerstroop, deze heeft al wat meer karamel.
Bruine basterdsuiker: fijne kristalsuiker met donkere suikerstroop en karamel.
Hier lees je meer over basterdsuiker.
Poedersuiker
Poedersuiker is fijn gemalen kristalsuiker. Het wordt niet heel vaak gebruikt voor het bakken, maar wel voor het maken van een topping zoals glazuur of botercrème.
Aan poedersuiker wordt soms ook nog een anti-klontermiddel toegevoegd.
Er bestaat ook nog suikerbakkerspoeder. Deze suikersoort kun je niet kopen in de gewone supermarkt, maar wel bij een groothandel of bakwinkel. Deze suiker is nog fijner dan poedersuiker.
Vanillesuiker en kaneelsuiker
Vanillesuiker en kaneelsuiker kun je zo kant-en-klaar kopen en is gewone suiker waarbij er vanille of kaneel aan toegevoegd is.
Ik gebruik dit type suiker niet zo vaak, want ik wil graag zelf bepalen hoeveel kaneel of vanille ik toevoeg aan een baksel. Wanneer het al in de suiker zit, heb je hier geen invloed op.
Daarnaast is het ook vaak vrij duur, terwijl je ook gewone suiker met vanille of met kaneel (of allebei) kunt gebruiken.
Rietsuiker
Rietsuiker is de enige suikersoort die niet gemaakt wordt van suikerbieten, maar van suikerriet.
Aan rietsuiker wordt vaak een melasse toegevoegd, waardoor het de kenmerkende geur en kleur krijgt. Een melasse is een bijproduct dat vrijkomt bij het maken van suiker uit suikerbieten of -riet. Gewone rietsuiker is dus wit, net als kristalsuiker, maar de lichtbruine rietsuiker is bekender.
Het is vrij grof van structuur en daarom wordt het niet vaak gebruikt in baksels.
Rietsuiker is wel heel geschikt om over een deeg of beslag te strooien of na het invetten van een bakvorm. Dan krijg je een mooi krokant laagje.
Geleisuiker
Geleisuiker gebruik je niet om te bakken, maar wel voor het maken van jam. Sommige fruitsoorten hebben weinig pectine, dat ervoor zorgt dat je jam lekker stevig wordt, en dan heb je wat hulp nodig van geleisuiker.
Geleisuiker zorgt er niet alleen voor dat je jam stevig wordt, maar heeft ook een conserverende werking. Hierdoor blijft je jam langer houdbaar.
Parelsuiker
Parelsuiker bestaat uit parels van samengeperste suiker en is verkrijgbaar in allerlei vormen en maten. Je kent parelsuiker vast wel van suikerbrood.
Voordeel van parelsuiker is dat het niet smelt in de oven.
Je kunt parelsuiker niet kopen bij een supermarkt in Nederland, maar wel bij een groothandel of bakwinkel. Woon je dicht bij de grens van België of Duitsland? Dan heb je geluk, want parelsuiker ligt daar wel vaak in de supermarkt.
Knettersuiker
Knettersuiker kan je baksel een leuk effect geven. Het wordt gemaakt van kristalsuiker met daarbij koolstofdioxide. Het koolstofdioxide zorgt voor het knetteren.